Wanneer in een gebied goud gevonden wordt wat "gemakkelijk" te delven met als gevolg een massale stormloop van gouddelvers naar de plaats van ontdekking plaats vind. Arbeiders migreren naar het gebied om daar 'tijdelijk' te gaan wonen en werken.
In de geschiedenis zijn verschillende gold rushes geweest. Op chronologische volgorde waren dat:
1692 in Minas Gerais, Brazilië. Ongeveer 900.000 mensen en slaven trokken naar de streek om goud te zoeken. Tot op heden wordt er goud gedolven.
1824 op Nederlands Aruba. De Spanjaarden bestempelden Aruba ooit als nutteloos. Er was niets te vinden. Niets was minder waar. In 1824 deed een herdersjongen een ontdekking van een goudader in het gebied Rooi Fluit. Op dat moment ontstond een goudkoorts van jewelste. De gehele Arubaanse bevolking trok naar het noorden van het eiland om geluk te zoeken.
1851 in Victoria, Australië. Edward Hargraves deed een ontdekking van goud in de buurt van Bathurst. Hij gaf de plaats van ontdekking de naam Ophir. De goudkoorts rond 1850 deed de bevolking van de staat Victoria groeien van 77.000 naar 540.000! Meer dan een derde van de wereldwijde goudproductie was in 1850 te danken aan de goudkoorts van Australië.
1848 in Californië, Amerika. Meer dan 40.000 migranten trokken naar Sutter's Mill om hun geluk te beproeven. Een bloeiende economie ontstond.
1859 in Colorado, Amerika. In het oosten, op het land van de indianen, streken goudzoekers massaal neer om een graantje mee te pikken.
Meer grote goudkoortsen:
1884 in Witwatersrand, Zuid-Afrika
1838 in Siberië
1874 in Black Hills South Dakota, Amerika
1896 in de Klondike, Canada.